Huurders lopen meer kans op financiële problemen als gevolg van een overlijden van een van de partners dan woningeigenaren. Huurders hebben in tegenstelling tot bezitters van een koopwoning vaak geen aparte overlijdensverzekering. Dat betekent dat het enige vangnet dat overblijft voor de achterblijvende partner het nabestaandenpensioen is. Eventueel aangevuld met een uitkering van de overheid. En dat is geen vetpot.
Minder problemen voor woningeigenarenBezitters van een eigen woning moeten in bijna alle gevallen een overlijdensrisicoverzekering sluiten als men voor de aankoop van de woning een hypotheek nodig heeft. Deze overlijdensverzekering zorgt ervoor dat een deel van de hypotheek of, in sommige gevallen de gehele hypotheek, kan worden afgelost als een van de partners overlijdt. De achterblijvende partner blijft dan met veel lagere maandlasten achter.
Dit levert grote verschillen op tussen huurders en woningeigenaren. Als de partner van een huurder overlijdt zal de huur gewoon doorlopen. En zeker als de kostwinnaar overlijdt, kan dit al snel tot financiële problemen leiden.
Uitkeringen uit nabestaandenpensioen steeds lagerNatuurlijk kan de achterblijvende partner recht hebben op een nabestaandenuitkering en ook nog eigen inkomen hebben. De grote vraag is of dat inkomen voldoende om de huurlasten door te kunnen blijven betalen. In de praktijk vallen de uitkeringen voor nabestaande echter flink tegen. Men kan recht hebben op de volgende nabestaandenuitkeringen:
De ANW De achterblijvende partner kan recht hebben op een nabestaandenuitkering van de overheid, de ANW. Dit is een basis uitkering maar niet iedereen heeft hier recht op. Men heeft alleen recht op ANW als men jonger is dan de AOW leeftijd en men een kind heeft dat nog geen 18 jaar is, of zelf arbeidsongeschikt is voor meer dan 45%. De uitkering bedraagt € 1.173 bruto per maand. Heeft de achterblijvende partner eigen inkomen dat wordt men gekort op de uitkering. Woont er nog iemand in huis die 21 jaar of ouder is, dan wordt de uitkering ook gekort. De ANW uitkering is dus zeker geen vetpot.
NabestaandenpensioenGelukkig is er in veel gevallen nog het nabestaandenpensioen, ook wel partnerpensioen genoemd. Maar ook het nabestaandepensioen kan flink tegenvallen. In het beste geval bedraagt het partnerpensioen 70% van het oudedagspensioen. Dat komt neer op 49% van het huidig inkomen. Maar vaak komt het partnerpensioen veel lager uit. Dat heeft een aantal oorzaken. Pensioenregelingen zijn de laatste jaren sterk versoberd om kosten te besparen. Ook het wisselen van werkgever levert vaak een lager partnerpensioen op. Pensioenbreuk is dus ook een risico voor het partner pensioen.
Overlijdensverzekering broodnodig voor huurdersVeel mensen, maar zeker huurders, doen er verstandig aan om een goede
overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Het goede nieuws is dat de premies voor zo’n overlijdensverzekering de laatste jaren enorm gedaald zijn. Een uitkering van € 100.000 voor een man van 35 jaar kost nog geen 10 euro per maand. Voor dat bedrag heeft de achterblijvende partner 30 jaar lang recht op een uitkering van €100.000 bij overlijden. En worden grote financiële problemen dus voorkomen.