De rechtbank in Noord Holland heeft twee uitspraken gedaan over de belasting op vermogen, ook wel genoemd de vermogensrendementsheffing. De belasting die Nederland heft over spaargeld en vermogen is op het randje, maar volgens Europese wetgeving wel toegestaan. Volgens de rechter voldoet de wet aan de Europese wetgeving.
Hoe werkt de vermogensrendementsheffing en wat is het bezwaar?
Veel mensen vinden het onredelijk dat ze belasting moeten betalen over een fictief rendement over hun vermogen. Terwijl zij dit rendement in werkelijkheid helemaal niet maken. De fiscus gaat er namelijk vanuit dat men vanaf een bepaald vermogen een deel van het vermogen gaat beleggen en een deel van het vermogen gaat sparen. De fiscus rekent vervolgens met een hoger percentage voor het beleggingsdeel en een lager percentage voor het spaardeel een fictief rendement uit. En daar moet dan belasting over betaald worden. Maar mensen die niet beleggen behalen dat rendement niet. Overigens, mensen die sparen op dit moment ook niet.
Het oordeel van de rechter
Door de Bond van belastingbetalers (ja, die bestaat echt) is er massaal bezwaar aangetekend en heeft de fiscus samen met de Bond zes zaken geselecteerd en voorgelegd aan de rechter. Die zaken zullen worden uitgeprocedeerd tot aan de hoogste rechter in Nederland, de Hoge Raad. Het oordeel van de Hoge Raad in die zaken geldt dan ook voor alle andere mensen die bezwaar hebben gemaakt.
De rechter oordeelt dat de regeling meer tot doel heeft om een uitvoerbare regeling te maken dan echt te komen tot een regeling die het juiste bedrag aan belasting berekent. Maar omdat de regeling in 2017 al is aangepast en hierbij het doel was om de regeling te versoepelen en te verbeteren( veel mensen betalen nu ook minder vermogensrendementsheffing) is het Europese recht niet geschonden. De wetgever heeft volgens de rechter gehoor gegeven aan de maatschappelijke behoefte aan een eerlijker systeem.