De Hoge Raad heeft in 2021 een uitspraak gedaan over de manier waarop belasting werd geheven over het vermogen in box 3. Het box 3-stelsel zou rekening moeten houden met werkelijke rendementen in plaats van fictieve rendementen. Het kabinet moet komen met een andere manier om het vermogen te belasten. Wat is de status nu? Krijg je nog teveel betaalde vermogensrendementsheffing terug en wat gaan we straks dan betalen over ons vermogen?
Bezwaar gemaakt? Dan heb je geluk en je geld terug
Heb je bezwaar gemaakt tegen de box 3-belasting over de belastingjaren 2017 tot en met 2020? Dan heb je, als het goed is, al een herstelvergoeding gekregen. Tenminste als de aanslag definitief is geworden. De Belastingdienst ging hierbij niet meer uit van een fictieve verdeling, maar van de werkelijke verdeling tussen spaargeld, schulden en beleggingen over deze belastingjaren.
Nog geen definitieve aanslag gehad?
Heb nog je nog geen definitieve aanslag maar wel bezwaar aangetekend? Dan zou je automatisch deze herstelvergoeding vanaf halverwege september 2022 moeten gaan ontvangen.
De herstelvergoeding houdt in dat je geen belasting hoeft te betalen als de nieuwe berekening nadelig blijkt te zijn.
Geen bezwaar tegen de aanslag in box 3 gemaakt?
Helaas, dan heb je geen recht op een herstelvergoeding. Dit heeft de Hoge Raad duidelijk gemaakt in een uitspraak. Het kabinet kon er nog wel voor kiezen om uiteindelijk toch deze belastingplichtigen volledig of gedeeltelijk te compenseren. Helaas heeft het kabinet duidelijk gemaakt deze belastingplichtigen niet te compenseren.
Wat worden dan de plannen met box 3?
Het nieuwe box 3-stelsel zal vanaf het belastingjaar 2026 gelden in plaats van 2025. De Belastingdienst gaat dan uit van het werkelijke rendement op spaargeld, schulden en beleggingen. Dit gaat dus om de aanwas, je gaat belasting betalen over de werkelijke toename van je vermogen. Men wil belastinggaan heffen over de werkelijke inkomsten van rente, dividend, huur, pacht, waardeontwikkeling aandelen en waardeontwikkeling onroerend goed. Het wordt nog een hele uitdaging om hier een goede wet voor te maken maar dat het gaat gebeuren is zeker.
Overbruggingswetging tot 2026
Voor de tussenliggende jaren tot 2026 komt overbruggingswetgeving. De tijdelijke wetgeving gaat uit van de werkelijke verdeling van spaargeld, beleggingen en schulden. Daarbij gebruikt de Belastingdienst rendementspercentages die dichtbij de echte (werkelijke) percentages voor sparen, beleggen of lenen liggen.
Hoe gaat de fiscus bepalen hoeveel je moet betalen over je vermogen?
Voor het bepalen van de te betalen belasting kijkt men eerst naar de grondslag. Dat is de waarde van alle bezittingen minus de aftrekbare schuld en het heffingsvrije vermogen. Dat heffingsvrije vermogen stijgt naar € 57.000 per persoon. Dus € 114.000 als men een fiscaal partner heeft.
Vervolgens zal de fiscus bepalen met welke rendementen men gaat rekenen. Hieruit volgt het rendementspercentage. Die zullen dus dichter bij de werkelijke rendementen moeten liggen dan de afgelopen jaren. Toen rekenende de Belastingdienst vrolijk met hoge (fictieve) rendementen, terwijl mensen nauwelijks of geen rente ontvingen op hun spaarrekening.
Uiteindelijk vermenigvuldigt men de grondslag met het rendementspercentage. Het bedrag dat hier uitkomt is het inkomen uit vermogen, waar je 31% belasting over moet betalen. Dit tarief voor box 3 wordt jaarlijks met 1% verhoogd naar 34% in 2025.