Op 6 maart heeft de Tweede Kamer ingestemd met een nieuw wetsvoorstel over pensioenen. Dit voorstel noemt men het Novelle Witteveenkader. Het moet nog worden goedgekeurd door de Eerste Kamer, maar wat gaat er veranderen aan uw pensioen als het doorgaat?
Met dit voorstel zal de ruimte voor pensioenopbouw verder verlaagd worden. De verlaging vindt op twee manieren plaats, door verlaging van de opbouwpercentages en tegelijkertijd de verlaging van de pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het bedrag waarover men pensioen mag opbouwen.
Opbouwprecentage pensioen
In 2014 verlaagt men de maximale opbouwpercentages van bestaande pensioenregelingen met 0,1%. En in 2015 verlaagt men de opbouwprecentages nog een keer met 0,4%. De maximale pensioenopbouw voor middelloonregelingen was tot nu toe 2,25% per jaar, maar wordt dus vanaf 2015 1,75% van de pensioengrondslag. Het gevolg hiervan is dat men in 40 jaar nog slechts 70% van het gemiddelde loon aan pensioen kan opbouwen. Een groot verschil met de oude pensioengedachte op basis van 70% van het laatstverdiende loon.
In veel gevallen betekent dit dat men straks een pensioen heeft tussen 30% en 40% van het laatstverdiende loon. En hier zit de AOW uitkering bij in.
Om een pensioentekort op te vangen heeft men in de Tweede Kamer ingestemd met een wetsvoorstel waarmee men extra kan sparen voor een aanvulling op het pensioen. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen door de Eerste Kamer dan bestaat het uit drie elementen:
Een pensioenexcedentregeling (netto lijfrente)
Het wordt dan mogelijk om 0,1% extra aan pensioenaanspraken op te bouwen in box 3. Over dit saldo hoeft men geen vermogensrendementsheffing te betalen.
De optoppingsexcedentregelingPensioen voor inkomen boven de € 100.000 wordt afgetopt. Boven dit bedrag kan men dus geen pensioen meer opbouwen. Als compensatie hiervoor mag men netto sparen tot een opbouwprecentage van 1,85%. Dit wordt de optoppingsexcedentregeling genoemd.
Niet positief
Men is niet erg positief over het voorstel. Het is te ingewikkeld en levert nauwelijks voordeel op.
Banksparen als alternatiefDaarnaast is er al jaren lang banksparen. Middels banksparen kan men in veel gevallen een pensioentekort goed repareren door te storten op een geblokkeerde lijfrentebankspaarrekening. De inleg voor de lijfrenterekening kan men binnen de jaarruimte of reserveringsruimte aftrekken van de inkomsten belasting in Box 1. Een groot voordeel van banksparen ten opzichte van een pensioenregeling is dat men meer vrijheid heeft op het moment dat men de AOW leeftijd bereikt.
Daarnaast heeft men keuze uit veel aanbieders en kan men door slim te
vergelijken de beste rente en voorwaarden afspreken.