De nieuwe pensioenwet (Wet Toekomst Pensioenen) is aangenomen. Dit is belangrijk nieuws voor iedereen met een pensioenregeling via de werkgever. Maar het heeft ook gevolgen voor mensen die zelf hun pensioen moeten regelen via een lijfrente. De wet is goed nieuws voor ZZP-ers, ondernemers maar ook werknemers die zelf een pensioen via een lijfrente bij elkaar willen sparen.
Het verschil tussen pensioen en lijfrente
Het is goed om eerst even uit te leggen wat nu precies pensioen en lijfrente is want deze termen worden heel veel door elkaar heen gebruikt maar fiscaal is er een groot verschil
Pensioen is het pensioen wat geregeld is tussen een werkgever en een werknemer. Het is onderdeel van de arbeidsvoorwaarden en de premie wordt betaald door de werkgever. Vaak betaal je als werknemer een eigen bijdrage en dat zie je terug op je salarisstrook. De werkgever bepaalt waar het pensioen wordt ondergebracht. Vaak is dat verplicht vanuit de CAO bij een pensioenfonds maar het kan ook zijn dat de werkgever het pensioen regelt bij een verzekeraar of Premie Pensioen Instelling (PPI). Een pensioen uitkering is altijd levenslang. Soms mag je op pensioendatum 'shoppen' met je pensioenkapitaal als je bij een andere aanbieder een hogere uitkering krijgt.
Bij een lijfrente betaal je zelf de inleg en moet je die inleg aftrekken van je inkomstenbelasting. Je mag zelf bepalen bij welke bank, verzekeraar of vermogensbeheerder je een lijfrente regelt. Het bedrag dat je opbouwt als lijfrente kun je op AOW leeftijd (of maximaal 5 jaar later) omzetten in een uitkering. Deze uitkering moet minimaal 5 jaar lopen maar langer mag ook. Dat bepaal je zelf op AOW datum. Je kunt je lijfrente op AOW leeftijd bij een andere partij laten uitkeren als dat meer oplevert.
Meer belastingvoordeel voor lijfrente
Het bedrag dat je mag storten in lijfrente mag je dus aftrekken van de inkomsten belasting. En dat bedrag wordt met de invoering van de nieuw pensioenwet een stuk hoger. Om te bepalen hoeveel je maximaal mag storten en aftrekken moet je een jaarruimte berekening maken. Hierbij geldt: hoe hoger je inkomen is en hoe minder pensioen je bij een werkgever opbouwt, je des te meer jaarruimte hebt. Maar de berekening was te ingewikkeld en je kon via een lijfreten minder pensioen opbouwen dan via pensioen bij je werkgever.
Nieuwe jaarruimte 2023
Daarom komt er een nieuw jaarruimte berekening. Hierdoor kun je veel meer inleggen op je lijfrente en veel meer belastingvoordeel krijgen als je spaart of belegd voor je eigen pensioen.
Nu is de maximale jaarruimte (en dus het bedrag wat je maximaal af mag trekken) nog €15.317. Dat stijgt naar € 34.550!
Dit gaat er veranderen:
- Het opbouwpercentage wordt verhoogd van 13,3% naar 30%.
- Het maximale inkomen dat meetelt voor het bereken van de jaarruimte wordt verhoogd naar €128.810.
- De franchise (drempel) wordt wel verhoogd naar € 16.322. ( voor 2023 blijft het overigens nog even € 13.646) Over dit deel van je inkomen mag je geen lijfrente opbouwen omdat je straks ook AOW krijgt.
De nieuwe jaarruimteformule voor 2023
De nieuwe jaarruimte formule die voor 2023 gaat gelden is als volgt
(30% *Premiegrondslag)-(6,27*factor A)
De premiegrondslag is het bruto inkomen minus de AOW franchise. Voor 2023 is de AOW franchise nog € 13.646.
Het maximale linkomen waarover je jaarruimte mag berekenen is € 128.810.
De factor A is de pensioenaangroei van pensioen via een werkgever.
De berekening van de maximale jaarruimte van iemand zonder factor A pensioengroei ziet er dan als volgt uit:
30% van € 115.164 (€ 128.810- € 13.646)- € 0 (geen factor a)
Maximale jaarruimte is dan € 34.550
Reserveringsruimte in 2023
Naast de jaarruimte is er ook nog de reserveringsruimte. De reserveringsruimte is de jaarruimte die je de afgelopen jaren niet (of niet helemaal) hebt gebruikt. Heb je dus een flink pensioengat omdat je in het verleden niets of niet het volledige bedrag aan lijfrente hebt afgetrokken dan kun je dat nog inhalen.
Ook de berekening voor de reserveringsruimte wordt flink aangepast en verbeterd:
- Je mag nu 10 jaar lang reserveringsruimte inhalen. Dat was 7 jaar.
- Het bedrag aan reserveringsruimte wordt flink verhoogd naar maximaal €38.000. Het maximum was
€ 8.065. Zit je binnen 10 jaar van de AOW leeftijd dan was het hoger, namelijk € 15.992
Totale bedrag aan jaarruimte en reserveringsruimte in 2023
Het totale bedrag dat je in 2023 mag aftrekken (jaarruimte plus reserveringsruimte) wordt € 72.550, namelijk €34.550 jaarruimte plus € 38.000 reserveringsruimte.