Als u een lijfrente heeft afgesloten bent u aan het sparen voor een aanvulling op pensioen vanaf 65 jaar of uw AOW leeftijd. De fiscale spelregel is dat u het lijfrentekapitaal niet in een keer laat uitkeren maar dat u een (maandelijkse) uitkering aankoopt. Als u zich hier niet aan houdt moet u in één keer belasting betalen en daarover heen ook nog eens 20% boete in de vorm van revisierente.
Als u voor uw pensioendatum plotseling geld nodig heeft en de lijfrente wilt afkopen krijgt u te maken met dezelfde spelregel. Het is niet toegestaan om het bedrag uit uw lijfrente in één keer uit te laten keren. Zelfs niet als u hele goede redenen heeft zoals ziekte en arbeidsongeschiktheid.
Lijfrente afkopen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid
Om mensen die arbeidsongeschikt zijn geworden, tegemoet te komen is het vanaf 2015 mogelijk om in een lijfrente af te kopen en het aanwezige lijfrentekapitaal in één keer op te nemen zonder de betaling van revisierente.
Uiteraard moet er over de uitkering wel belasting betaald worden in box 1, de ingelegde premie is immers destijds ook afgetrokken.
Er gelden wel drie voorwaarden:
1. U moet langdurig arbeidsongeschikt zijn. Hiervoor moet u een verklaring hebben van een arts waaruit blijkt dat u de komende 12 maanden niet in staat bent uw hoofdberoep of hoofdwerkzaamheid volledig uit te oefenen. Of u toont aan dat u een periodieke uitkering uit arbeidsongeschiktheid ontvangt of binnenkort gaat ontvangen.
2. U heeft AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt;
3. Het op te nemen bedrag mag niet hoger zijn dan het inkomen van de belastingplichtige in de afgelopen jaren. Om de regeling zo eenvoudig mogelijk te houden, hoeft tot een bedrag van € € 41.132 (2019) geen toetsing aan het inkomen plaats te vinden.
Lijfrente in één keer of gespreid ontvangen
Als u de lijfrente afkoopt, ontvangt u een uitkering in één keer en moet ook de belasting in één keer betalen. En misschien wel tegen het hoogste tarief. Als u de lijfrente over meerdere jaren kan ontvangen kan dat flink schelen in de betalen belasting. Hiervoor is gelukkig een oplossing, de overbruggingslijfrente.
OverbruggingslijfrenteAls u behoefte heeft aan aanvulling van het inkomen, kan u beter onderzoeken of u om met de lopende lijfrente een overbruggingslijfrente aan kan kopen. Een
overbruggingslijfrente is een lijfrente waaraan betaald is tot 2006 en die op ieder moment in kan gaan. Deze moet lopen tot 65 jaar of AOW leeftijd. Veel verzekeringen kunnen gewoon worden afgekocht. Omdat men een overbruggingslijfrente aankoopt is er geen sprake van fiscale afkoop. Daarom is er geen revisierente van toepassing.
Wij zijn van mening dat dit in veel gevallen interessanter is dan de afkoopregeling, zeker als men wat ouder is. Voor jongere mensen kan afkoop bij arbeidsongeschiktheid een optie zijn. Alleen zal de opgebouwde waarde in de lijfrente dan nog niet zoveel zijn.
Geen vervanging van een arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Het is voor ondernemers prettig dat ze gebruik kunnen maken van het gespaarde lijfrentekapitaal in tijden van arbeidsongeschiktheid. Maar dat wil niet zeggen dat iedere ondernemer zonder een arbeidsongeschiktheidsverzekering kan. Een startende ondernemer die in het eerste jaar door een ongeluk arbeidsongeschikt wordt en bijvoorbeeld € 3000 op een lijfrente bankspaarrekening bij elkaar heeft gespaard kan daar natuurlijk nooit zijn financiële probleem mee oplossen. Het gespaarde bedrag van € 3000 kan misschien enkele maanden zijn inkomen aanvullen maar bij langdurige arbeidsongeschiktheid is de pot snel leeg en rest alleen nog de bijstand.