Het Nibud (nationaal instituut voor budgetvoorlichting) bepaalt jaarlijks de normen die aangeven hoeveel hypotheek banken mogen verstrekken op basis van het inkomen. Door de lage rente en de stijgende koopkracht stijgt in 20107 het maximale bedrag dat men kan lenen voor een hypotheek.
De maximale hypotheek wordt bepaald door het inkomen te verminderen met de vaste lasten die je moet kunnen dragen. Onder die vaste lasten horen ook de lasten van een hypotheek. Voor 2017 heeft het Nibud rekening gehouden met het feit dat de maximale hypotheek 101% van de waarde van de koopwoning mag zijn. Verder houdt men rekening met een gemiddelde verwachte loonstijging van 1,6%. Dit alles resulteert in nieuwe hypotheeknormen waarbij men in de meeste gevallen meer kan lenen.
Tweeverdieners kunnen iets meer lenen
Het Nibud geeft aan dat tweeverdieners meer kunnen lenen dan eenverdieners met hetzelfde inkomen. Het verschil in besteedbaar inkomen tussen tweeverdieners en eenverdieners wordt door fiscale regelingen elk jaar groter.
Lage rente: meer lenen
Ook de lage rente levert een hogere maximale lening op. Toch geeft het Nibud aan voorzichtig te zijn omdat een rentestijging grote gevolgen kan hebben voor de betaalbaarheid van de maandlasten. Daarom gaat men voor het bereken van de maximale leencapaciteit nog steeds uit van een rentevast periode van minimaal 10 jaar. Kies je een kortere rente periode dan 10 jaar dan worden er gerekend met een rente van 5% om te berekenen wat de maximale hypotheek mag zijn. Door die hogere rente kun je minder lenen.
Maar niet iedereen kan in 2017 meer lenen
Uit onze berekeningen blijkt dat het zeker niet zo is dat er altijd meer geleend kan worden. Door de nieuwe Nibud normen kunnen starters met een inkomen onder de € 35.000 ongeveer € 5.000 minder lenen. En dat is eigenlijk een slechte zaak want juist deze groep wordt nu gedwongen tot hoge huren terwijl ze veel goedkoper kunnen wonen als ze kunnen kopen.