Als gevolg van de nieuwe Pensioenwet, die volgend jaar waarschijnlijk ingaat, wordt ook de berekening van de jaarruimte aangepast. Een goede zaak, want uit onderzoek blijkt regelmatig dat mensen geen gebruik maken van de mogelijkheid om een lijfrente op te bouwen omdat men de huidige jaarruimte berekening te ingewikkeld vind.
Aanpassingen op de jaarruimte berekening
Voor zover nu bekend gaat de regeling er als volgt uitzien:
Je mag maximaal 30% van het inkomen afstorten in een lijfrente. Dat inkomen zal waarschijnlijk net als in de huidige jaarruimte formule gemaximeerd worden. Nu is het maximum inkomen voor het berekenen van de jaarruimte een bedrag van € 112.189 (2021) . Daar moet de zogenaamde AOW franchise af. Die wordt gelijk gesteld aan de franchise de ook geldt voor pensioenen.
Premie die je aan een pensioenregeling via de werkgever betaald, moet worden afgetrokken van de jaarruimte. Net zoals dat nu gebeurt met de huidige factor A. Alleen is het makkelijk omdat het met de invoering van de nieuwe pensioenwet voor iedereen duidelijk moet zijn hoeveel premie er is ingelegd
Reserveringsruimte
Of de term reserveringsruimte in de lucht blijft is niet duidelijk maar in plaats van de huidige 7 jaar kan men straks 10 jaar terug om niet gebruikte jaarruimte alsnog te gebruiken. Hoe de berekening er precies uit gaat zien is nog niet helemaal bekend maar er gaan geluiden op dat er straks in één jaar maximaal € 45.000 kan worden afgetrokken als niet gebruikte reserveringsruimte.
Hoe gaat de jaarruimte 2022 eruit zien?
Dat is nog niet helemaal duidelijk. Het kan zijn dat de huidige jaarruimte formule nog een jaar in de lucht blijft. Alles hangt af van de ingangsdatum van de nieuwe pensioenwet want dat is ook nog niet duidelijk.