Banksparen is populair, zeker onder ontslagen werknemers die gebruik willen maken van het stamrecht, zodat ze voorkomen teveel belasting te betalen over hun ontslagvergoeding.
De keuze voor banksparen is al snel gemaakt, niet alleen vanwege het hoge rendement en de lage kosten, maar ook omdat er geen geld verdwijnt als de rekeninghouder komt te overlijden. Bij een gouden handdruk verzekering wordt het rendement o.a. bepaald door de kans waarop de verzekerde komt te overlijden en de uitkering die bij overlijden plaats moet vinden. Simpel gezegd: hoe minder de verzekeraar bij overlijden hoeft uit te keren, hoe beter het rendement.
Voor veel ex-werknemers is het niet te verkroppen dat hun ontslagvergoeding na overlijden niet naar hun nabestaanden gaat, maar bij de verzekeraar achterblijft.
Kiest je voor banksparen met je gouden handdruk, dan gaat het bankspaarsaldo ten alle tijden naar de nabestaanden.
Fiscale regels
Omdat gouden handdruk sparen geschiedt onder fiscaal gunstige voorwaarden en een gouden handdruk een inkomensvoorziening betreft, heeft de fiscus bepaald dat een beperkte kring van nabestaanden het bankspaarsaldo onder deze fiscaal vriendelijke voorwaarden mag voortzetten.
Zijn er geen erfgenamen binnen de beperkte kring van begunstigden? Dan maakt de bank het bankspaarsaldo ‘netto’ door het bankspaarsaldo op te tellen bij het inkomen van de overleden rekeninghouder en te belasten in box 1. Het netto deel wordt overgemaakt op de betaalrekening van de overleden rekeninghouder waardoor het in de erfenis terecht komt.
De beperkte kring van begunstigden
De beperkte kring van begunstigden bestaat uit de volgende personen:
Echtgenoot / partner
Kind(eren), jonger dan 30 jaar
Deze erfgenamen worden verplicht bepaalde fiscale regels op te volgen. Hierbij wordt gekeken op wat voor soort rekening het bankspaarsaldo staat: een opbouwrekening of een uitkeerrekening.
De gouden handdruk opbouwrekening
Indien de rekeninghouder overlijdt en de erfgenaam valt binnen de kring van beperkte begunstigden dan is de erfgenaam verplicht een uitkering te starten met het bankspaarsaldo. Over hoeveel jaar het bankspaarsaldo verspreid moet worden uitgekeerd is afhankelijk van de leeftijd van de erfgenaam. Hierbij is de volgende tabel van toepassing:
Leeftijd | | Minimale uitkeringsduur |
25 - 30 | | 14 jaar |
30 - 35 | | 11 jaar |
35 - 40 | | 8 jaar |
40 - 45 | | 5 jaar |
45 - 50 | | 4 jaar |
50 - 55 | | 3 jaar |
55 - 60 | | 2 jaar |
60 - 65 | | 1 jaar |
Echter, als het tegoed overgeboekt wordt naar een (pleeg)kind van de overledene dan geldt aanvullend het volgende. Bij een
kind onder de 30 jaar, eindigen de periodieke uitkeringen uiterlijk in de maand waarin het kind 30 jaar wordt.
De gouden handdruk uitkeerrekening
Indien de rekeninghouder overlijdt, en de erfgenaam valt binnen de kring van beperkte begunstigden dan wordt de lopende uitkering door de bank doorbetaald aan de erfgenaam of erfgenamen.
Dus als de rekeninghouder zijn gouden handdruk in 10 jaar tijd wilde laten uitkeren, maar in het 3e jaar komt te overlijden, ontvangt zijn erfgenaam (bijvoorbeeld de partner) nog 7 jaar lang de afgesproken uitkeringen. Mocht na bijvoorbeeld 3 jaar ook de partner overlijden dan gaan de resterende uitkeringen weer door naar de volgende erfgenamen (bijvoorbeeld de kinderen). Net zolang tot de duur van de oorspronkelijke rekeninghouder is uitgediend en de rekening leeg is.
Binnen 12 maanden melden
De erfgenamen moeten zich binnen 12 maanden melden bij de bank. Daarna zal de bank zonder meer overgaan tot uitbetaling van het saldo onder inhouding van loonheffing.